Dit artikel is eerder gepubliceerd in de Labradorpost.
Boris gaat naar school
Boris en ik doen de opleiding Dog Assisted Interventions bij Dokter Snuffel. Later hopen we in de zorg te kunnen gaan werken, naast het werk als begeleider angst voor honden en mijn ‘andere werkzaamheden zonder Boris’ Bij welke doelgroep we gaan werken zijn we samen nog aan het uitzoeken. Hij omdat hij nog jong is, en ik omdat ik dat nog niet voldoende heb onderzocht. Daar hebben we gelukkig de tijd nog voor.
Door alle Coronamaatregelen zien de lesdagen er anders uit en zijn de groepen kleiner. Ongeveer één keer per twee weken hebben we een les op een enorm trainingsveld. Tussen deze lessen door zijn er filmpjes die we thuis bekijken, opdrachten die we moeten maken en boeken die gelezen moeten worden. Uiteraard brengen we ook de trainingen in praktijk. (Nog) niet met échte cliënten, maar met familie en vrienden, bekenden of mensen die we toevallig tegenkomen.
Eén van de oefeningen is dat je duidelijk moet kunnen aangeven dat mensen je hond niet mogen aaien. Het idee daarachter is onder andere dat wanner je me een hond ergens op bezoek komt en hij is al geaaid door alle mensen die je onderweg naar je werklocatie tegenkomt, de hond al doodmoe en overprikkeld is voordat je aan je bezoek gaat beginnen. Niet handig. Nu lijkt dat ge-aai heel makkelijk te voorkomen, nee is tenslotte nee, maar de opleiders zijn vasthoudend en kunnen qua acteerprestaties door voor een Oscar. Dus hoe goed je verhaal ook is, ze zien altijd wel een manier om er langs te schuiven als je even niet oplet. Boris houdt van contact met andere mensen, en vindt alles interessant. Dus als er iemand naar ons toekomt gaat hij al gauw kwispelen en met zijn allerliefste ogen kijken naar diegene. Dat gaat dan ongeveer zo:
“Oooooh wat een schátje, mag ik de hond aaien?”
“Nee, doe dat nu maar niet. Boris is aan het werk en heeft daar al zijn aandacht voor nodig”
“Jaaaa maar hij kijkt zó lief naar me, het mag toch wel?”
(denk hier een druk kwispelende Boris met schattige ogen)
“Hij moet aan het werk, nu kan het écht even niet.”
“Nou, die hond vind me anders echt héél erg leuk dus dan kan het toch?”
Ondertussen probeer ik dan door te lopen en Boris bij me te houden.
In zo’n instelling kun je moeilijk aankomen met een verhaal over schurft, gevaarlijk of dat ‘ie nog niet gegeten heeft. Dat zou ik op straat zomaar kunnen zeggen. Als je aan het werk bent is dat niet zo representatief.
We hebben ook geoefend met prikkels melden, rustig doorlopen als er (6) andere honden aankomen, of als je met het baasje van de andere hond praat. Dat laatste vind Boris nog erg lastig. Het zijn allemaal leuke uitdagingen om te doen.
De lesdagen zijn echt dagjes uit voor ons. We leren veel, doen leuke en leerzame dingen én ik vind het heel leuk om hondenboeken te móeten lezen.
Vanuit mijn ‘zorg’ achtergrond en begeleider angst voor honden geniet ik intens van deze opleiding. Ik geniet van de succesmomenten van mijn cliënten en vind het een uitdaging om creatieve werkvormen te bedenken. Boris heeft ook een rol in mijn werk als begeleider angst voor honden, op dit moment zet ik hem nog niet in bij cliënten vanwege zijn soms onverwachte springerige – pubergedrag, in de toekomst hoop ik dit zeker te doen.
Tijdens de lesdagen worden er veel rollenspellen gedaan. De opleiders zijn daar zo ontzettend goed in, “u vraagt wij draaien” en je kunt aan de slag met de gewenste casus. Zeker is er ook tijd voor een grapje of wat gekkigheid. En soms val je gewoon uit je rol…. Je oefent in de rollenspelen met situaties die je in je werk of stage kunt tegenkomen. Je kunt bijvoorbeeld “op bezoek” bij mensen met een verstandelijke beperking, iemand met schizofrenie of iemand in een verpleeghuis.
Ik ben niet alleen druk, maar Boris ook. Ik vind het zo knap van hem hoe hij meegaat in alle situaties, je ziet hem vaak enorm zijn best doen om even geduld te hebben. Geduld voor hij ergens naartoe mag, geduld toen we ein-de-lijk iets gaan doen of tot er een koekje komt.
En na de les slaapt Boris de rest van de dag, en lekker dromen om de indrukken te verwerken. Ook thuis oefenen we met van alles, en daarna valt ‘ie met een tevreden zucht in slaap.
Na deze 6 lesdagen en het examen op dag 7 gaan we stage lopen en praktijkervaring opdoen. Dat is nog best lastig, omdat je in coronatijd niet overal mag komen, maar inmiddels hebben we een stageplek op een zorgboerderij voor mensen met een verstandelijke beperking. Ik heb er heel veel zin in, maar vind het ook wel heel spannend!
Als ik zie welke positieve uitwerking Boris heeft op onze dochter als ze hem voorleest gun ik dat ook andere kinderen. En zo schreef ik me in voor de opleiding tot voorleeshond.
We zijn nooit uitgeleerd!
Boris houdt ervan om te werken, oefeningen te doen en in contact te zijn met mij én met de cliënten. Tijdens de rollenspelen doet hij echt supergoed zijn best en is hij een keurige, rustige hond.
Als je hem soms daarna door het dorp ziet dwéilen dan is dat toch wel een verschil. Gelukkig weet ik waar dat door komt, en Boris mag vooral ook gewoon hónd zijn. Lekker door de modder rollen, zwemmen en een beetje klooien en stoeien met ons (en soms met andere honden)
Maar door de viezigheid rollen even niet als we daarna samen aan het werk moeten!
Mocht je nog vragen hebben of meer willen weten?
Kijk dan gerust op mijn website www.opstapmetdehond.nl