Voor de Labradorpost schrijf ik columns over Boris’ belevenissen.
Deze is verschenen in de Labradorpost van december 2020
20 weken is ‘ie nu, Puppy Boris.
We leren elkaar steeds beter kennen, de ongelukjes in huis zijn voorbij en de wandelingetjes gaan langzaam iets verder. Elke dag beleef ik wel een avontuur met Boris.
Dwárs door het gaas bij de puppy jachttraining. Hij is de enige Labrador in de groep en het was al aangekondigd dat ‘de honden die dat doen altijd Labradors zijn’. Ik had nog goeie hoop, maar in zijn enthousiasme denderde hij er zo door, op weg naar de dummy. Hij leerde, en ik leerde.
En waar de twee Golden Retrievers in de groep rustig naar hun baas huppelden, racet Boris echt kéihard op me af. Als deze Goldens het konden zouden ze erbij fluiten of ‘la la la’ zingen. ‘Ze liepen te lala-en’ zou een uitdrukking moeten worden. Grappig om te zien.
Ik vind het bijzonder (leuk!) om te zien hoe de jachtpassie er bij Boris in zit. Dingen die hij gewoon kan, zonder dat iemand daar moeite voor hoeft te doen.
Met mijn eerste Labrador Benco stopte ik na een jaar met de jachttraining omdat hij er geen móer aan vond. Dat gaat met Boris niet gebeuren.
Boris gáát er echt voor, over en door alles heen. Maakt dat ik daar dus als baas / voorjager / eigenaar / …? goed rekening mee moet houden. Langer moet afwachten voor ik ‘m fluit. Anders gaat ‘ie op de terugweg ook weer dóór dat gaas. En dus ook bij de struiken met dorens of dichte takken.
Verschil met Benco is ook echt wel dat Boris véél meer op mij georiënteerd is. Als we samen even gaan struinen op de dijk hier, en ik even op een bankje neerplof, komt hij zich steeds even melden. Even kijken, een aai halen of checken of ik er nog ben. Benco was na een uur nog niet terug geweest.
Tijdens de trainingen met Benco leerde ik dat als je puppy of puber niet komt, je je moest verstoppen. Bij Benco had ik er nog gezeten, en Boris komt echt aanstuiven als hij maar dénkt dat je weg zou kúnnen zijn.
Boris komt nog niet in de buurt van de goedsullige allemansvriend en lobbes die Benco was. Dat hoeft ook niet. Dat komt vanzelf als de hormonen wat zijn uitgeraasd en de verhoudingen tussen zijn poten en lijf weer bij elkaar passen. Een allemansvriend hoeft ‘ie van mij ook niet te worden.
Een beetje is het ook wel Boris Brokkenpiloot. Hij zat klem met zijn pootje onder de rand van de bench. Na een ritje dierenarts bleek gelukkig dat er niks gebroken was en na een weekje pijnstillers en lijnrust ging het weer als vanouds. Al twee keer zeilde meneer voorover de vaart in. De eerste keer dacht hij dat hij op de waterleliebladeren kon lopen (niet dus) en de tweede keer verloor hij zijn evenwicht tijdens het drinken.
We kunnen lachen om de gekke bekken die hij trekt, de rare spring- en ren capriolen en de geluiden die hij maakt als hij slaapt.
Maar er zijn ook momenten dat hij niet zo leuk is. Als hij de stroomkabel van de tuinverlichting doorknaagt, aan het huis begint te kauwen of als hij met zijn tanden het opblaasbadje lek prikt.
Je let even niet op en het is voor elkaar. Beter opletten is dan dus het devies. Ervaring is wel dat ik daar wat beter in ben óf dat Boris alleen zulke dingen doet als mijn man thuis is. En hij kan dus ook echt mopperen op die akelige r*thond.
Die rothond kan echter ook heel goed kwispelen en knuffelen en hij heeft je binnen de kortste keren weer helemaal ingepakt.
Als je op de grond gaat zitten dan springt hij op schoot en wil eigenlijk niet meer weggaan tot hij vind dat je genoeg geaaid hebt en geknuffeld bent. Heel gezellig en lief!
Nu hij iets ouder en bij vlagen iets minder onstuimig is kan hij ook rustig naast je liggen. Bij mijn dochter van 8 op de bank, of naast me op zijn kussen als ik aan het studeren ben. Waar ik hem in de eerste weken echt in de bench moest stoppen om hem tot rust te laten komen, kan hij nu zelf zijn rust nemen. Vaak gaat hij daarvoor ook in zelf de bench liggen.
We leren elke dag van elkaar, het is een mooie ontdekkingsreis met z’n tweeën.
Hij is wel een echte Labrador trouwens. Zonder dat iemand ‘m dat verteld heeft kwam hij op het idee om in een rotte vis te gaan rollen. En hij vreet álles op wat hij tegenkomt als je niet uitkijkt.
Daar moeten we het nog maar eens over hebben samen.