Lang heb ik het voor me uit geschoven, maar nu gaat ‘ie er toch komen. Een column over hondenpoep. Hondenpoep is de een van de grootste ergernissen in Nederland. Andere hoog-genoteerden zijn hardrijden en: het ontbreken van normen en waarden. Tsja, zou dat niet met elkaar te maken hebben?
Even googelen vertelde me dat ‘het niet opruimen van hondenpoep’ een boete van 140 euro kan opleveren. Een hond los laten lopen waar dat niet is toegestaan kost €95. Er moet wel sprake zijn van een heterdaadje. Dat is ook dé reden dat er niet vaak bekeurd wordt voor het laten liggen van hondenpoep. Het is verplicht om poepzakjes bij je te hebben. Heb je dat niet en wordt je betrapt, dan kost dat ook €95. Deze is echter zo te ontlopen. Knoop één of twee zakjes aan je riem en die kunnen daar tot in de eeuwigheid blijven zitten…. (ik heb áltijd zakjes in mijn jaszakken overigens, en nee dat zijn niet al jaren dezelfde zakjes…)
Hondenbelasting heffen ze hier in het dorp al járen niet meer. Werd ook niets mee gedaan specifiek voor hondenbezitters, het ging op de grote hoop. (of in de bodemloze put…) In onze woonplaats staan ook geen dispensers met poepzakjes en er is geen losloopgebied.
Ondanks dat ik een hond heb, kan ik me ook enorm ergeren aan poep op de stoep!
De titel van deze column is wel ‘Boris Belevenissen’ maar dit zijn vooral de dingen die ik beleef.
Mede mogelijk gemaakt door Boris.
Want op onze wandelingen komen we heel wat drollen tegen. Van elk formaat en consistentie. Drollen van Boris ruim ik op. Tenzij we ver buiten de bebouwde kom lopen enzo. Maar op de stoep, in het dorp ruim ik dat uiteraard gewoon op.
Dat is volgens mij de regel. Binnen de bebouwde kom ruim je alles op. Opruimplicht.
Wat ik ook enorm irritant vind is dat wanneer je de poep van je eigen hond wilt opruimen, je moet slalommen om de drollen van een ander.
Want er zijn er zát, drollen die blijven liggen. Ook (midden) op de stoep. Aso vind ik het. En de dader? Die ligt op het kerkhof natuurlijk. Ik ben wel eens van plan geweest om in alle drollen die niet zijn opgeruimd een vlaggetje te steken. Of om er een cirkeltje omheen te zetten met stoepkrijt. Maar als iemand dat ziet dan denken ze zéker dat ik gek ben. Mij kun je niet wijsmaken dat mensen het normaal vinden om alles te laten liggen. Om met droge ogen en een goed gevoel door te lopen als je hond midden op de stoep heeft zitten kakken. En met zo’n vlaggetje erin zie je ‘je eigen’ drol weer duidelijk terug.
Ik zie het eigenlijk ook nooit gebeuren. En als ik het wel zou zien vraag ik me af of ik er iemand op aan zou durven spreken. Ik zou denk ik nog wel durven zeggen “dat ik nog wel een zakje heb” ofzoiets, maar meer ook niet. Als er ergens hier dicht in de buurt wat ligt heb ik vaak wel een vermoeden, maar dat kun je nooit bewijzen.
Er is wel eens door iemand gevraagd ‘of ik wist van welke hond de drol was die in hun tuin lag’. Alsof je aan een drol precies kunt zien van welke hond uit de straat die drol is. Misschien zijn er anderen die het wel kunnen, maar ik kan het niet, ondanks allerlei ‘honden – opleidingen’. Ik moest mijn dorpsgenoot dus het antwoord schuldig blijven.
Qua formaat kun je er wel wat over zeggen natuurlijk. Een klein drolletje is over het algemeen niet van een grote hond. En een grote hond legt wel meer neer dan een klein hoopje. Je komt ze ook tegen in het formaat ‘olifantendrol’. Dat heeft volgens mij te maken met het soort voeding. Vleesetende honden hebben minder ontlasting omdat ze vlees en botten beter verteren en uit vlees halen ze meer goede voedingstoffen.
Boris eet brokken omdat ik met hem werk met kwetsbare cliënten. Over het risico op zoönose en pathogenen bij vers voeren lopen de meningen uiteen, en ik sta volledig achter mijn keuze. En neem dat iets vollere poepzakje op de koop toe.
Want het valt echt wel mee.
Maar drollen laten liggen op een grasveldje waar kinderen spelen, in een speeltuin, op de stoep of: waar dan ook…. Da’s aso!
Zo moeilijk is het toch niet? Ruim het gewoon op, dan zijn bordjes met slechte slogans als ‘kakkie in het zakkie’ of ‘ik hou van uw hond maar niet van zijn plas en …..’ niet nodig.